Zet deze drie apparaten uit de buurt van je WiFi-router en voorkom de hele dag traag internet

WiFi-router

Bij bepaalde gelegenheden hebben veel mensen te maken met WiFi-netwerkproblemen in de vorm van constante onderbrekingen, trage downloads of moeilijkheden om toegang te krijgen tot online inhoud zonder duidelijke oorzaak, die vaak te wijten zijn aan stille interferentie veroorzaakt door andere apparaten die zich in dezelfde ruimte bevinden.

Experts zoals het telecommunicatiebedrijf AT&T waarschuwen dat WiFi-technologie werkt door middel van draadloze radiogolven. Daarom zal alles wat deze signalen stoort de sterkte en het bereik van het netwerk beïnvloeden, wat resulteert in een veel minder efficiënte gebruikerservaring.

Het identificeren en verplaatsen van bepaalde apparaten uit de buurt van de router kan een merkbaar verschil maken. Drie veelvoorkomende apparaten die de internetsnelheid en -stabiliteit verminderen worden besproken, samen met richtlijnen voor het optimaliseren van je thuisverbinding.

Waarom draadloze telefoons het WiFi-netwerk beïnvloeden

Traditionele draadloze telefoons zijn nog steeds aanwezig in veel huizen of bedrijven. Hoewel ze handig zijn voor interne communicatie, werken ze vaak in de 2,4 GHz frequentieband, dezelfde band die door veel WiFi-routers wordt gebruikt.

Deze overlapping veroorzaakt directe interferentie omdat beide systemen strijden om hetzelfde transmissiekanaal, wat resulteert in storingen, vertragingen of “dode zones” waar het internet niet goed bereikt wordt.

AT&T wijst erop dat als blijkt dat de draadloze telefoon interfereert met WiFi, het het beste is om het model te vervangen door een model dat op alternatieve banden werkt, zoals 5 GHz, 1,9 GHz of 900 MHz.

Hoe groter de afstand tussen de frequentiebanden van de apparaten in huis, hoe kleiner het risico op interferentie. Door de router uit de buurt van de telefoonbasis te plaatsen, blijft de kwaliteit van het draadloze signaal behouden.

Hoe babyfoons het WiFi-signaal verstoren

De gemoedsrust van ouders om hun kinderen te kunnen horen of zien terwijl ze slapen of spelen is van onschatbare waarde. Babyfoons werken echter vaak op de 2,4 GHz band, dezelfde band die door veel WiFi-routers wordt gebruikt.

Als deze apparaten in de buurt van de router worden geplaatst, kunnen ze de gegevensoverdracht belemmeren en traagheid of onderbrekingen veroorzaken die het browsen op aangesloten computers, smartphones of tv’s beïnvloeden.

Experts raden aan om de babyfoon te vervangen door een model dat een andere frequentie dan 2,4 GHz gebruikt. Daarnaast minimaliseert het fysiek scheiden van de router en de monitor de interferentie.

Hoe magnetrons de WiFi-kwaliteit beïnvloeden

Magnetrons produceren elektromagnetische golven om voedsel te verwarmen, maar ze zenden ook signalen uit in de 2,4 GHz band. Volgens AT&T kan dit “WiFi-snelheden met de helft verminderen”, vooral als de magnetron wordt gebruikt terwijl iemand in de buurt van het apparaat of de router aan het internetten is.

Elke keer dat de magnetron wordt aangezet, kan de WiFi-signaalsterkte abrupt afnemen, wat de gebruikerservaring in het hele huis beïnvloedt.

Om dit effect te verminderen, adviseren experts om de router uit de buurt van de keuken te plaatsen en, als het apparaat op de 2,4 GHz band moet werken, lagere kanalen te kiezen (zoals kanaal 1 tot 3), die doorgaans minder storing van de magnetron ontvangen.

Waar moet de WiFi-router worden geplaatst om interferentie te voorkomen?

De fysieke locatie van de router is belangrijk om een kwaliteitssignaal te garanderen. Plaatsing in de buurt van draadloze telefoons, babyfoons, magnetrons of andere elektronische apparaten vergroot de kans op snelheidsproblemen.

In het ideale geval installeer je de router op een hoge, heldere en centrale plek in huis, uit de buurt van dikke muren en apparaten die op de 2.4 GHz band werken.

Een extra tip is om de instellingen van de router te controleren om transmissiekanalen te identificeren en te wijzigen, vooral als er veel aangrenzende netwerken zijn. Met nieuwere routers kun je eenvoudig schakelen tussen frequentiebanden en kanalen aanpassen, waardoor het risico op interferentie wordt verkleind.