De wetenschap is al 85 jaar op zoek naar deze zeldzame vis: hij wordt gevonden wanneer hij op het punt staat te worden opgegeten door de inheemse bevolking.

vis

De slangenkopvis, ook bekend als Channa Amphibeus, is een Aziatische soort waarvan bekend is dat hij meerdere dagen buiten het water kan overleven en zich op het land kan voortbewegen. Hoewel werd gedacht dat hij was uitgestorven in de rivieren van India, is hij 87 jaar later herontdekt in de Chel rivier in Kalimpog, Noord-Bengalen.

De soort, die tussen de 80 en 100 centimeter lang kan worden, wordt verondersteld als voedsel te hebben gediend voor inheemse gemeenschappen in het gebied. Dankzij deze groepen is de locatie van deze vissen getraceerd.

“Deze ontdekking onderstreept het belang van voortdurende exploratie en de veerkracht van biodiversiteit, zelfs bij soorten waarvan werd gedacht dat ze voor altijd verloren waren,” zegt Tehas Thackerey, oprichter van de Thackerey Foundation.

De laatste waarneming van deze soort, voorafgaand aan de ontdekking door de Indiase onderzoekers, was tussen 1918 en 1933. Hoewel men dacht dat de soort uitgestorven was, dook ze acht decennia later weer op, waarbij tot drie soorten levend werden aangetroffen op de oevers van de Chel River.

De US Geological Survey heeft de vis geclassificeerd als een schadelijke soort en heeft zelfs het transport, de aankoop en het vrijlaten ervan verboden, hoewel het vangen en consumeren ervan wel is toegestaan.